Wende over het omarmen van diversiteit in haar muziek en David Bowie
Interview: 2016
Tekst: 2016 en 2022 (uitgebreidere versie)
“Ik zit dan als een boer naar het land te kijken, kijken hoe de aarde is, of die vruchtbaar is.” Als je Wende interviewt, wordt het geen dertien-in-een-dozijn-gesprek. Volledig doorgronden binnen vijftien minuten is een illusie, maar desalniettemin kan Wende je door haar mooie manier van vertellen zelfs in een kort interview geheel meevoeren in haar wereld en gedachten.
Je hebt net weer een concertreeks achter de rug met Amsterdam Sinfonietta (strijkorkest). In mei is er nog een uitverkocht concert in Paradiso. Wat maakt dat jij als artiest zo goed past bij Amsterdam Sinfonietta?
“Sinfonietta is bereid om buiten de grenzen van hun genre te zoeken. Dat is ook precies wat ik altijd probeer. Ik probeer verschillende muziekstromingen bij elkaar te krijgen, en voeg daar theatrale middelen aan toe. Voor een orkest is dat ongewoon. Sinfonietta is een orkest dat dat meteen begrijpt.”
Zou je kunnen zeggen: een orkest dat buiten de lijntjes durft te kleuren?
[Denkt na] “Ja. In hun DNA zit al wel inderdaad het ‘buiten de lijntjes kleuren’. In hun eigen programmering zijn ze ook wel op zoek. Ze spelen niet alleen Mozart en Bach; ze zijn ook op zoek naar nieuwe componisten. Dat combineren ze met het klassieke repertoire dat meer bekend is.
Daarnaast staan ze ook open voor theatraliteit, dat is heel bijzonder.
Hoe gaat het met je nieuwe album?
“Als ik een beeld zou schetsen: je staat in een lege ruimte, voor een heel leeg landschap. En ik zit dan als een boer naar het land te kijken. Kijken hoe de aarde is, of die vruchtbaar is.
Wat hangt er in de lucht? Welke taal is dat? Ik had in 2009 echt de deur dicht gedaan voor de chansons…”
Ik voel een ‘maar’ aankomen..
“Ja. Toen dacht ik: fuck hoe ga ik dit dan doen, want ik had de deur dicht gedaan. Iemand zei me: waarom denk je dat je moet kiezen? Ik zoek nu voor het volgende album dus naar het omarmen van diversiteit. Niet schuwen om weer chansons te gaan doen. Op dit moment schrijf ik met o.a. Dimitri Verhulst en Adriaan van Dis. Ik ben ook zelf aan het schrijven, hiervoor ga ik vier dagen per maand naar Berlijn. Ik probeer klassieke muziek, popmuziek, singer-songwriter, chansons en elektronica.
Komt dat op één album?
“Na ja, misschien worden het wel vijf albums. Ik ben altijd iemand die tussen club en theater in zweeft. Het is ook een mooie metafoor voor deze tijd denk ik wel; het omarmen van de diversiteit. In plaats van bezig te zijn met ‘oh het moet nu pop zijn of ‘oh het moet nu dit of dat zijn’.
Je schreef eerder over je angsten; in 2009 was ‘rust’ je grootste angst. Hoe is dat nu, 7 jaar later?
[Lacht] “Ben ik genezen? Haha… Ben ik nu rustig? Neeee…. Klink ik rustig? Neeee…
Ik denk dat het antwoord op deze vraag tijdsgebonden is. Volgens mij was ook de dood mijn grootste angst. Ik denk dat angst voor rust alles te maken heeft met angst dat dingen vergankelijk zijn. In feite leef ik nu nog, en heb ik nog steeds net als jij het probleem dat je misschien nog veel vragen hebt, en een relatieve korte tijd hier op aarde.
Ik laat me graag verleiden tot van alles. Ik zoek daarom toch ook wel naar de rust. Maar ik vind het leven te mooi om me niet soms helemaal te laten meeslepen. Het is nu niet een grote angst, maar het is meer dat ik accepteer dat het niet snel rustig zal worden. Daar ben ik ook wel blij om denk ik.”
Je komt over als een gevoelsmens en als iemand die veel nadenkt, filosofeert en analyseert. Hoe houd je je staande in de zakelijke muziekwereld?
“Ik houd me staande, al best lang. Ik vind het best moeilijk soms, maar ik heb manieren gevonden om mij te richten op ‘waarom ik erin zit’. Ik doe het niet voor tussen de schuifdeuren. Ik doe het niet als hobby, en ik doe het ook niet voor mezelf."
Zie je het dan deels als iets zakelijks?
“Nee, ik heb geaccepteerd dat als ik er mee op een podium wil staan, dat het iets zakelijks wórdt. Dus ik moet mijzelf soms in tweeën splitsen. Ik zoek dan een plek waar ik mijn sensitiviteit en creativiteit kan uiten. Daarnaast heb ik het geluk dat ik ook op een één of andere manier een talent heb voor de andere kant: visie, strategie, positionering, PR en al die zaken. En de juiste mensen om mij heen. Dus ik hou mij heel goed staande omdat dat ook het spel is dat je moet spelen als je mee wilt doen in de professionele wereld.”
Het lúkt je dus wel om dat spel te spelen?
“Ja, en ik merk het ook als het niet lukt. Dan ben ik overwerkt of overprikkeld en dan moet ik er even uit.”
Wat denk je als je dit ziet? [Ik geef een foto, gemaakt in New York, 7 december 2015. We zien David Bowie -2e van rechts-, na afloop van zijn voorstelling Lazarus. David Bowie overleed niet veel later, op 10 januari 2016 ]
[Wende glundert] “Ja ik was hier op de première! Mijn liefje heeft deze foto gemaakt. Goh, ik was wel heel erg… Ik zou gaan zingen op de opening van de David Bowie-tentoonstelling in het Groninger Museum op 10 december. Ik ging dus 7 december naar die première en in één keer….” [stilte]
Hij wíst toen al…. [dat hij ziek was]
“Ja al heel lang wist hij het..”
Wat voor gevoel geeft je dat nu?
“Ik heb een enorme bewondering voor David Bowie als artiest, muziekmaker, performer en als stijlicoon. Ik vind het daarnaast zó chique .… Hij begrijpt echt wat het is om een ster te zijn. Hij weet wat er in het publieke domein hoort -dat kan persoonlijk zijn-, en wat in het privé domein. Het feit dat hij niets over zijn ziekte heeft gezegd tijdens het uitbrengen van Blackstar…. En alles in Lazarus gaat over de dood…[denkt na]… Ik respecteer hem als vakman gewoon enorm, en als mens ook.
Jij hebt het over de mens achter de muzikant: dat hij [David Bowie] het heel erg gescheiden heeft gehouden vind ik mooi. Ik vind managers die vinden dat je dat soort informatie als wisselgeld moet geven slecht.
Als je het hebt over hoe je je staande houdt, dan denk ik: ja dit is dé manier.”
Met dank aan: Wende Snijders, poppodium Ekko
Interview en tekst: Lotte Juliette